De Baanbrekers in de bouw zien dat bij vraagstukken als grondstoffen die schaars worden en de verschuivende bouwopgave van nieuwbouw naar onderhoud, transformatie en hergebruik oude manier van denken geen passend antwoord meer biedt. De Baanbrekers willen op een andere manier naar dit soort vraagstukken kijken. Net zoals de Wegenscanners.

In een interview voor de Baanbrekers legt Wilco uit waarom. Hieronder en op de blog van de Baanbrekers staat het interview.

Met 120 kilometer per uur de onderste steen boven

Auteur: S. Scholte

Een energieke Wilco Bouwmeester zit bij mij aan tafel. Bevlogen vertelt hij over zijn leven als ondernemer: je kunt tenminste doen wat je echt belangrijk en leuk vindt.” Wilco richte 1.5 jaar geleden De Wegenscanners op, een Startup die met een half miljoen omzet en 3-4 medewerkers een veelbelovende toekomst tegemoet ziet. Wilco: “Voor Rijkswaterstaat de snelwegen in kaart brengen, dat zit eraan te komen.”

Ik spreek met Wilco over de weg die hij heeft afgelegd om hier te komen. Ik ken hem uit de tijd dat hij zich aansloot bij de Baanbrekers in de Bouw in 2011. Toen was hij al ondernemer en was met name als interim-projectleider aan het werk. Over die tijd vertelt hij: “Voor mij was Baanbrekers ook een plek om zakelijke contacten op te doen. Ik heb inmiddels met een aantal Baanbrekers samengewerkt en dat werkt heel gemakkelijk: je weet allebei waar je voor staat.” Na een aantal deze klussen te hebben opgepakt -met name de opdrachten met een innovatief kantje – komt Wilco in aanraking met een onderneming die met scanapparatuur de ondergrond in kaart brengt.

Zeer gedetailleerd en zonder een schep in de grond te hoeven steken, haal je informatie over de samenstelling van de bodem naar boven. Hij ziet direct kansen: ”Deze techniek moet naar de wegenbouw worden gebracht.” En dat lukt vanaf het begin. Er werden mooie opdrachten gescoord bij diverse gemeentes. Met de opdrachten onder de arm begint het echte werk en hij sluit een partnerschap met Ronald Koomans van Medusa Explorations BV. Een combinatie tussen een geofysicus en een wegenbouwer. Dit was een belangrijke stap. Het is de combinatie welke het zo sterk maakt. De wegenbouwer spreekt de taal van de opdrachtgever en weet wat hij wil en de geofysicus zit daarachter en doet het feitelijke werk.

Er moet een auto uitgerust worden met scan apparatuur, eerst nog leasen vanuit Italie, later is tot aanschaf over gegaan. De gescande bodem moet vervolgens geïnterpreteerd worden door deskundigen, werkzaam bij Medusa Explorations BV. Over zijn eerste opdrachten is hij bescheiden: “Het was een succes maar we moesten nog veel leren, met name op de interpretatie van de data. Maar dat is heel snel gegaan.” Inmiddels is de auto vervangen door een busje met allemaal eigen materiaal. Dagelijks werken er 3-4 man voor De Wegenscanners.

Ik vraag Wilco om mij te overtuigen te kiezen voor zijn dienst. Hij vertelt: “Onze aanpak verkoopt zichzelf. Opdrachtgevers en bouwers willen weten hoe het asfalt er uit ziet in de weg. Voor hun is dat belangrijke informatie om beslissingen op te nemen: vervangen we een totale weg of kunnen we plaatselijk repareren? Informatie welke tot noch toe grotendeels ontbreekt. Wat is de kwaliteit van het asfalt? De traditionele methode is om de weg af te zetten en boringen te plaatsen. Dat levert vertraging op, kost veel geld en ook nog eens lastig te interpreteren. Onze auto rijdt over de weg en scant de ondergrond tot op 2-3 meter diepte. Dat kan rijdend met 100 tot 120 km per uur! De data wordt vervolgens door onze kenniswerkers geïnterpreteerd en aangeleverd. ”

Mij heeft hij overtuigd en ik vraag hem of hij het nog wel redt met 1 busje. Hij zegt daarover: “We verwachten groei, maar het hek is nog niet van de dam. Bij diverse partijen is nog het worstelen hoe zij om moeten gaan met onze organisatie versus de gevestigde samenwerkingspartijen en de traditionele manier van werken. Ook aannemers kennen ons nog onvoldoende. We waren een keer opgenomen in een aanbieding door een aannemer, bleek op het laatste moment dat we er toch uitgehaald waren. Toen ben ik verhaal gaan halen. Wat bleek? De betreffende projectleider die het project had overgenomen, kende onze dienst niet en had ons eruit bezuinigd. Ik heb uitgelegd hoe alles werkt met als gevolg dat we en terug zijn in de aanbieding en in een andere aanbieding zijn opgenomen. Onbekend maakt onbemind en we zijn in de bouw niet geneigd om het gesprek aan te gaan met elkaar.” We zijn snel gefocussed op ons doel, wij kijken niet of te weinig buiten onze kaders.

Wilco ziet daar ook een grote uitdaging liggen: de bouwwereld vertellen over zijn dienstverlening via de media. Hij probeert nu zoveel mogelijk in vakbladen te komen om zijn verhaal te doen. Want vernieuwend vindt hij de bouw nog niet en voor startende, innoverende ondernemers zoals hij is het hard werken om te overtuigen. De weerstand tegen vernieuwing kwam hij laatst weer tegen bij een bijeenkomst van Bouwend Nederland, waar innovatie centraal stond. Hij kijkt terug: “tijdens de stellingen worden we uitgedaagd om het werkelijk te gaan doen; innoveren. Bij het biertje na afloop zie ik iedereen terugzakken in een houding van ‘waarom zou ik?’ Dat verbaast me. We moeten innoveren om vooruit te komen in de sector, daar moet iedere medewerker ministens 10% van zijn tijd in investeren.”

Bij mij bekruipt het gevoel dat deze man goud in handen heeft en het nog niet ziet. Ik kom weer terug op de groei, hoe gaat Wilco het aanpakken als hij ineens tientallen opdrachten krijgt? Hij zegt dat hij steeds meer tijd besteedt aan het uitstippelen van de strategie: waar staan we over vijf jaar? Hoe komen we aan financiers? Voor startende ondernemers in de bouw is er geen herkenbare plek om dit soort vragen neer te leggen. Wilco haalt zijn ondernemerswijsheid uit boeken en vrienden ondernemers. Op de vraag hoe hij zijn eerste investeringen heeft kunnen doen, geeft hij aan uit eigen middelen te hebben geput. Maar als hij daartoe geen beschikking had gehad, was het een stuk lastiger geweest te kunnen starten. Het zou goed zijn als er meer ondersteuning komt voor starters, zoals mentoren om ondernemerslessen te delen.

Ondertussen praat Wilco het liefste over kansen: “We ontwikkelen nu een techniek om nog meer informatie te kunnen genereren en interpreteren. Zo meten we bijvoorbeeld gebruikte steenslag in de weg, mogelijk een belangrijke bron als het gaat om ongeval-gevoelige plekken. Regelmatig komen er partijen aankloppen om kennis te bundelen of technieken te testen.” Als ik hem vergelijk met de big data giganten als Google, maar dan nog in de kinderschoenen, antwoordt hij bescheiden: onze kennis is te specialistisch om dat niveau te halen.
De bescheidenheid typeert zijn ondernemerschap. Als ik hem vraag of hij interesse heeft om op BNR te komen, antwoordt hij: “Graag, als het maar niet live is.” Als we bespreken dat het zijn voorland kan zijn om met name te netwerken en de pers te woord te staan, zegt hij nuchter: of dat iets voor mij is, ervaar ik dan wel. Zo niet, dan richt ik mijn aandacht op het volgende. Er is nog zoveel te verbeteren in de bouw!”