De ene grondradar is de ander niet. Het type grondradarsysteem wat ingezet wordt is belangrijk en de inzet hiervan is afhankelijk van het meetdoel. Daarom is het voorafgaand belangrijk om het meetdoel te definiëren.
Grondradarsystemen kunnen ingedeeld worden in grondgekoppelde antennes en luchtgekoppelde antennes. Een grondgekoppelde antenne ligt op de grond en zendt het signaal direct de verharding/bodem in. Luchtgekoppelde antennes hangen in de lucht en zenden het signaal eerst in de lucht en daarna kan het signaal de verharding/bodem indringen. Deze laatste antenne hangt achter onze meetbus waardoor op volle rijsnelheid gemeten kan worden.
Op ons loopkarretje maken we gebruik van grondgekoppelde antennes.
Vervolgens kan er nog een indeling gemaakt worden op basis van de frequentie. Hoogfrequente antennes kijken ondiep terwijl laagfrequente antennes dieper kijken. Een uitgebreidere toelichting is te lezen in het antwoord van de vraag “Over welke grondradarsystemen beschikken jullie?”.