Innoveren zit in ons bloed. Dit is een vast onderdeel van ons werk. Zo hebben we 8 keer per jaar een intern innovatie-overleg. In dat overleg worden de lopende innovaties besproken en nieuwe innovaties toegevoegd. Sommige innovaties stranden al in de ideeënfase terwijl anderen al toegepast worden. Alle innovaties hebben een gemeenschappelijk doel: Praktische toepassingen van sensortechnologie in de wegenbouw.
Rijkswaterstaat heeft als doelstelling om in 2030 circulair te werken. Het wordt steeds belangrijker vrijkomende grondstoffen zo efficiënt en hoogwaardig te (her)gebruiken om de CO2 uitstoot te beperken.
Wij hebben een unieke methode om de kwaliteit van de aanwezige steenslag te bepalen in deklaag. Dit doen we met de gammaspectrometer gekoppeld aan een RTK-GPS systeem. In ons datamodel zijn de metingen vergeleken met veelgebruikte steenslagen in de weg. Met dit model kunnen we onderscheid maken in hoogwaardige steenslagen (klasse 3 steenslag) en de overige steenslagklasses (1 en 2).
Deze methode is gevalideerd in een groot asfaltonderhoudsproject, waarbij op de door ons aangewezen locaties gerichte boorkernen zijn genomen. Deze kernen zijn petrografisch geanalyseerd en komen goed overeen met de resultaten uit de metingen. In dit project zijn dankzij de metingen, een aantal reststromen van freesmateriaal onderscheiden. Het hoogwaardige materiaal wordt gebruikt in de nieuwe deklaag terwijl de andere reststroom wordt hergebruikt in de onderlagen.
Met deze methodiek zetten we een grote stap richting een circulaire aanpak van asfaltonderhoud.
Grondradar is een krachtig instrument. Zo kun je met behulp van grondradar de opbouw van verharding bepalen en onzichtbare schades in het asfalt detecteren.
Dat deze detector meer kan, blijkt uit onderstaand onderzoeken, die we afgelopen periode met 2 gemeentes hebben opgepakt.
Gemeente Apeldoorn
Met onze meetbus hebben we een weg in de gemeente Apeldoorn (2020) gescand. Daarbij hebben we op hoge, gemiddelde en lage reflectiewaardes (komende uit de radardata) een boorkern geplaatst. We wilden graag weten wat het verschil tussen deze waardes is. Deze boorkernen zijn met behulp van CT scanner (die normaal in een ziekenhuis wordt gebruikt) beoordeeld en is het percentage holle ruimtes in de deklaag bepaald.
Wat kwam er uit?
Deze CT scans laten een duidelijk verband zien tussen onze metingen en de hoeveelheid holle ruimtes. Juist deze holle ruimtes kunnen vocht vasthouden na een regenbui waardoor schades ontstaan. Dit is een mooie toepassing van radartechniek, waarbij de wegschades op en objectieve manier inzichtelijk worden gebracht.
Vervolgonderzoek gemeente Oude IJsselstreek
Innovaties spreiden zich snel. De gemeente Oude IJsselstreek benaderde ons, naar aanleiding van bovenstaand onderzoek. Een wegvak in die gemeente vertoonde veel deklaagschades. Ook op dit wegvak heeft onze meetbus gescand (2021) en wederom zijn de reflectiewaardes bepaald.
De hoge reflectiewaarden (rood) uit de scans, kwamen overeen met de locaties van de asfaltschades op de weg. Dit was de verwachting uit het onderzoek in Apeldoorn. Wel bleken de rode vlakken uit de scans groter dan de werkelijke schadeomvang. Zouden binnen deze zones later schades ontstaan? Zou dit dan een methode kunnen worden om de levensduur van de asfaltdeklaag te voorspellen?? De tijd zal het leren …………….